Breadcrumbs

Bijlagen

Veelvoorkomende probleemoplossing

WAARSCHUWING

Draag altijd de passende PBM tijdens probleemoplossingsoperaties.

Prioritaire controlepunten indien de kwaliteit van detectie of spuiten is verminderd:

  • Controleer dat de afdekking het systeem beschermt tegen omgevingslicht. Verlaag indien nodig de verstelbare afdekking.

  • Controleer de voor-achter horizontaliteit van de modules. Corrigeer indien nodig de horizontale positie door de middenschroef van de driehoekskoppeling aan de achterzijde aan te draaien.

  • Controleer de links-rechts waterpas van de spuitmodule-eenheden. Corrigeer indien nodig de horizontaliteit door de schroeven van de zijarmen van de driehoekskoppeling aan de achterzijde aan te draaien.

  • Controleer de bandspanning. Pas indien nodig de druk aan.

  • Controleer dat geen van de spuitkoppen verstopt zijn. Raadpleeg het hoofdstuk Spuitkoppencontrole (Bussencontrole).

  • Controleer de optica op reinheid. Reinig deze indien nodig.


PROBLEEM

UITLEG & OPLOSSINGEN

De voedingssnelheid weergegeven in de applicatie verschilt van die weergegeven door de tractor.

Controleer de invloed van het snelheidsverschil op de spuitkwaliteit.

  1. Meet de grondafwijking, dat wil zeggen de afstand tussen de voetafdruk en het doel.

  2. Indien deze afstand aanvaardbaar is, is geen actie vereist en het snelheidsverschil weergegeven door de tablet en de tractor is normaal.

  3. Indien deze afstand niet aanvaardbaar is, raadpleeg de bovenstaande vragen 'Sprayen is vroeg/laat'.

INFORMATIE

Indien de snelheid weergegeven door de tablet lager is dan die van de tractor, zijn de modules te hoog. Omgekeerd geldt: indien de snelheid weergegeven door de tablet hoger is dan die van de tractor, zijn de modules te laag.

  • Het groen controlelampje van de AAN/UIT bedieningskast is uit terwijl de groene knop wordt ingedrukt.

  • De tablet geeft aan dat de verbinding met de server is verbroken.

  • De batterijen zijn leeggelopen.

  • De aftakas is stopgezet.

Het batterijbeheersysteem (BMS) heeft gedetecteerd dat de batterijen laag zijn geladen en heeft het systeem uitgeschakeld. Indien de batterijlading niet te laag is, is het mogelijk het systeem geforceerd opnieuw op te starten. Dit mag alleen worden gedaan indien de aftakas en de alternator functioneel zijn.

  1. Controleer dat de groene knop op de AAN/UIT bedieningskast ingedrukt is.

  2. Start de aftakas.

  3. Druk gedurende 1 seconde op de rode knop op de AAN/UIT bedieningskast om een excitatiespanning naar de alternator te sturen en deze opnieuw op te starten.

  4. Controleer na enkele minuten of het systeem opnieuw is opgestart:

    1. Het groen controlelampje van de AAN/UIT bedieningskast moet branden.

    2. De tablet moet verbonden zijn met het Wi-Fi-netwerk van de machine.

    3. De bedieningsinterface van de machine moet op de tablet worden weergegeven.

  5. Indien het systeem niet opnieuw opstart, neem contact op met technische ondersteuning.

INFORMATIE

Zonder een alternator kunnen de batterijen het systeem gedurende 2 uur van stroom voorzien indien de vloeistofpomp uit staat, en gedurende 15 minuten indien deze aan staat.

De tablet heeft geen Wi-Fi-signaal.

Het systeem reageert niet en moet opnieuw worden opgestart.

  1. Controleer dat het groen controlelampje op de AAN/UIT bedieningskast brandt en dat de groene knop ingedrukt is.

  2. Indien dit niet het geval is, druk op de groene knop en wacht enkele minuten.

  3. Indien dit het geval is, druk op de groene knop om de machine uit te schakelen.

  4. Wacht enkele minuten totdat het systeem afsluit en het groen controlelampje dooft.

  5. Start het systeem opnieuw door op de groene knop te drukken.

  6. Indien het systeem niet opnieuw opstart, neem contact op met technische ondersteuning.

Een rood banner verschijnt op de tablet met het volgende bericht: Backend-services niet beschikbaar. Klik hier om deze pagina opnieuw in te laden.

Het systeem is tijdelijk niet beschikbaar.

  1. Klik op het rode banner 3 keer achter elkaar met intervallen van 5 seconden.

  2. Wacht gedurende 3 minuten.

  3. Indien het systeem correct opnieuw is opgestart, keert de applicatieinterface op de tablet terug naar normaal en is de procedure voltooid.

  4. Indien niet, voer de bovenstaande stappen een tweede keer uit.

  5. Indien dit niet werkt, schakel de machine uit door op de groene knop te drukken.

  6. Wacht totdat het groen controlelampje dooft.

  7. Schakel de machine opnieuw in.

Het spuitvloeistofverbruik is veel lager of veel hoger dan verwacht.

De optieken zijn vuil.

  • Reinig de optische elementen met een schoon doek en glasreinigingsvloeistof.

INFORMATIE

Dit is van toepassing op de LED's en cameras van de 6 flitsmodules.

Gebruik geen onder druk staande spray om de optica schoon te maken.

Bruikbare waarden

Bandspanning

2,0 bar | 29 psi

Distributiespanning (P1)

  • Alle kleppen gesloten

  • Tijdens het spuiten


4,0 bar | 58 psi

3,0 bar | 44 psi

Terugstroomspanning (P2)

2,6 bar | 38 psi

Hoogte van de spuitbomen

26 cm | 10,24 in

Doodvolume van het fluidische circuit

12,5 l | 3,30 US gal

Afvoerdebiet (spoelen)

15 l/min | 3,96 gpm